Oestrogeendominantie: biochemie, genetische gevoeligheid en herstel in lagen

Oestrogeen is een onmisbaar hormoon voor vrouwen (en mannen). Maar als het in te hoge concentratie voorkomt of uit balans raakt met andere hormonen – vooral progesteron – kan dit leiden tot uiteenlopende klachten. Dit verschijnsel staat bekend als oestrogeendominantie. In dit blog leest u wat oestrogeendominantie is, hoe het ontstaat, en hoe DNA Care de onderliggende oorzaken zichtbaar maakt via genetische en functionele diagnostiek.

Casus: oestrogeendominantie bij een vrouw met obesitas en insulineresistentie

Een 36-jarige vrouw werd gezien met hevige menstruaties, gespannen borsten en progressieve gewichtstoename. Ondanks een gezond voedingspatroon en eerdere dieetinterventies ontwikkelde zij de afgelopen jaren obesitas en insulineresistentie. Haar nuchtere insuline bedroeg bij aanmelding 33,5 mU/L, met een HOMA-IR van 8,7. Bij onderzoek bleek sprake van een verhoogde oestrogeen-progesteronverhouding in de luteale fase, verhoogde 4-OH-oestrogeenmetabolieten, trage COMT-activiteit, een CYP1B1-variant, verlaagde glutathionstatus en verhoogde bèta-glucuronidaseactiviteit. Er waren daarnaast aanwijzingen voor dysbiose en vertraagde fase III-detoxificatie. De ondersteuning richtte zich op optimalisatie van oestrogeenafbraak, leverfunctie, methylatie, microbioom en HPA-as-regulatie. Binnen vier maanden verbeterde haar cyclus en nam de insulineresistentie af. In de loop van het tweede jaar was haar HOMA-IR gedaald naar 1,9, passend bij een herstelde insulinegevoeligheid, en bereikte zij haar gewenste gewicht op een stabiele en duurzame manier – zonder calorierestrictie.

Deze casus illustreert dat door de onderliggende hormonale en metabole verstoringen in samenhang te benaderen, haar lichaam weer ontvankelijk werd voor verandering. Wanneer hormonale regulatie, metabole gezondheid en ontgiftingscapaciteit gezamenlijk worden ondersteund, ontstaat ruimte voor herstel op meerdere niveaus.

Wat is oestrogeendominantie?

Oestrogeendominantie betekent dat er relatief te veel oestrogeen aanwezig is ten opzichte van progesteron.

Dit kan ontstaan door:
• Een absolute verhoging van oestrogeen (bijvoorbeeld door overproductie of verminderde afbraak)
• Een relatief tekort aan progesteron (zoals bij stress, ovulatiestoornissen of de perimenopauze)
• Een ongunstige omzetting naar 4-OH of 16-OH oestrogeenmetabolieten

We onderscheiden drie vormen:
• Absoluut: te veel oestrogeen ten opzichte van de fysiologische behoefte
• Relatief: normale oestrogeenwaarden, maar te weinig progesteron
• Metabool: onevenwichtige afbraak in de lever

Deze verstoring kan bijdragen aan klachten zoals:
• PMS, pijnlijke borsten, stemmingswisselingen
• Hevige of onregelmatige menstruaties
• Menstruatiegerelateerde migraine
• Endometriose, myomen, PCOS, vruchtbaarheidsproblemen
• Gewichtstoename, vermoeidheid, vocht vasthouden

Biochemische en genetische factoren

Nadat oestrogeen zijn werking in het lichaam heeft gedaan, moet het worden afgebroken en uitgescheiden. Dit gebeurt voornamelijk via de lever, de darmen en de nieren, in een proces dat uit meerdere fasen bestaat. Daarbij spelen genetische aanleg, voedingsstatus en darmgezondheid een cruciale rol.

Fase I – Hydroxylatie en metabolieten
In deze eerste fase wordt oestrogeen in de lever voorbereid op afbraak via een proces dat hydroxylatie wordt genoemd. Hierbij voegen enzymen zoals CYP1A1, CYP1A2 en CYP1B1 een hydroxylgroep (–OH) toe aan het oestrogeenmolecuul. Dit maakt het hormoon iets beter oplosbaar in water, maar kan het ook tijdelijk reactiever maken.

Tijdens deze omzetting ontstaan verschillende oestrogeenmetabolieten:
• 2-OH-estron – relatief gunstig, licht antiproliferatief (remt celgroei)
• 4-OH-estron – potentieel DNA-schadelijk (bevordert oxidatieve stress)
• 16-OH-estron – oestrogeenachtig, meer proliferatief (stimuleert celgroei en -deling)

Een genetische variant in CYP1B1 kan leiden tot een verhoogde omzetting naar 4-OH-metabolieten. Deze vormen vragen extra neutralisatie in de volgende fase.

Fase II – Methylatie en conjugatie
In deze fase worden de reactieve tussenproducten uit fase I geneutraliseerd. Dat gebeurt via twee mechanismen:

Methylatie: hierbij wordt een methylgroep (–CH₃) toegevoegd aan het molecuul, waardoor het stabieler en minder schadelijk wordt. Dit verloopt via het enzym COMT.
Conjugatie: hierbij worden de oestrogenen gebonden aan stoffen zoals glutathion, waardoor ze wateroplosbaar worden en uitgescheiden kunnen worden via gal (naar de darm) of urine (via de nieren). Dit gebeurt o.a. via glutathion-S-transferasen (GST’s).

Voor een goed verloop van deze fase zijn voldoende methylgroepen nodig, afkomstig uit het methylatiefietssysteem. Enzymen zoals MTHFR en voedingsstoffen zoals folaat, vitamine B12, B6 en SAMe zijn daarbij essentieel.

Fase III – Uitscheiding en darmflora
In de laatste fase worden de geneutraliseerde oestrogeenverbindingen daadwerkelijk uitgescheiden. Hiervoor zijn specifieke transporteiwitten nodig, waaronder MDR1 (ABCB1), MRP2 en BCRP, die zorgen voor de afvoer via gal (lever → darm), urine (nieren) of de darmwand.

Wanneer deze transportfunctie niet goed verloopt – bijvoorbeeld door genetische varianten, leverbelasting of ontsteking – kunnen oestrogenen zich ophopen in het lichaam. Ontsteking verwijst hier naar een chronisch, laaggradig immuunproces dat de werking van levercellen en transporteiwitten kan remmen, vaak als gevolg van stress, voeding, infecties of toxinebelasting.

Daarnaast speelt de darmflora een indirecte maar belangrijke rol. Sommige bacteriën produceren het enzym bèta-glucuronidase, dat in de darm eerder geconjugeerde oestrogenen weer activeert. Dit fenomeen, onderdeel van de enterohepatische kringloop (de heropname van stoffen uit de darm naar de lever via de poortader), zorgt ervoor dat oestrogenen opnieuw in de bloedbaan worden opgenomen. Bij een verstoord microbioom kan dit het hormonale evenwicht verder onder druk zetten.

Oestrogeendominantie en het brein

Oestrogeen beïnvloedt meerdere neurotransmitters in de hersenen, waaronder dopamine, serotonine en GABA. Deze stoffen zijn essentieel voor stemming, slaap, focus en stressverwerking. Bij oestrogeendominantie – en zeker bij genetische gevoeligheid zoals een trage COMT of MTHFR-variant – raakt de balans in deze signaalstoffen vaak verstoord.

Veelvoorkomende klachten hierbij zijn:
• Angst of paniekgevoelens
• Overgevoeligheid voor geluid, licht of aanraking
• Prikkelbaarheid of emotionele labiliteit
• Slaapproblemen of verstoorde droomcycli
• Somberheid met een cyclisch patroon

Neurotransmitterverstoring door oestrogeendominantie komt vaak voor in combinatie met verhoogde histaminegevoeligheid, verminderde methylatiecapaciteit of chronische stressbelasting.

Nieuwe inzichten: de bredere context van oestrogeendominantie

Genetische kwetsbaarheid
Variaties in genen zoals CYP1B1, COMT, GSTM1, MTHFR, NAT2 en UGT1A1 beïnvloeden de omzetting, neutralisatie en uitscheiding van oestrogenen. Deze genetische gevoeligheden bepalen deels hoe het lichaam reageert op hormonale belasting. In combinatie met nutriëntentekorten, chronische stress of toxineblootstelling kan een vicieuze cirkel ontstaan.

Microbioom en het estroboloom
Het estroboloom is het deel van de darmflora dat betrokken is bij oestrogeenactiviteit. Bij dysbiose of verhoogde bèta-glucuronidaseactiviteit worden eerder afgebroken oestrogenen opnieuw geactiveerd, wat de oestrogeenbelasting verhoogt via de enterohepatische kringloop.

HPA-as, stress en progesteron
Chronische stress activeert de HPA-as en verhoogt de aanmaak van cortisol, vaak ten koste van progesteron. Dit fenomeen – bekend als pregnenolone steal – draagt bij aan relatieve oestrogeendominantie, zelfs als de oestrogeenwaarde op zich normaal is.

Xeno-oestrogenen en omgevingsbelasting
Externe stoffen zoals BPA, ftalaten en pesticiden gedragen zich als oestrogenen in het lichaam. Ze worden traag afgebroken en kunnen de hormonale balans verder verstoren, vooral bij verminderde levercapaciteit.

Herkenbare klachten en diagnostische indicaties

• Angst, prikkelbaarheid of somberheid rond de menstruatie
• Cyclusgerelateerde migraine
• Hevige of langdurige menstruaties
• Pijnlijke borsten
• Gewichtstoename of vochtretentie
• Endometriose, PCOS of fertiliteitsproblemen

Wanneer denken aan oestrogeendominantie?

• Bij stemmingswisselingen of migraine met een cyclisch patroon
• Bij pijnlijke borsten (cyclusgebonden)
• Bij moeizaam gewichtsverlies, ondanks gezonde leefstijl
• Bij terugkerende PMS of verminderde vruchtbaarheid
• Bij een familiegeschiedenis van hormonale aandoeningen

Diagnostiek bij DNA Care

Bij DNA Care combineren we genetische analyse met functionele diagnostiek om oestrogeendominantie in kaart te brengen. We onderzoeken onder meer:

Genetisch profiel – varianten in CYP1B1, COMT, MTHFR, GST’s, MDR1
Methylatie en nutriëntenstatus – folaat, B6, B12, glutathion
Oestrogeenmetabolieten in urine – via DUTCH of EMU
Microbioom (GI-MAP) – estroboloom, dysbiose, histaminebelasting
HPA-as (stressas) – cortisolcurve, slaappatroon, stressrespons

Begeleiding bij DNA Care: herstel in lagen

Onze aanpak is gepersonaliseerd en systemisch. We richten ons op de diepere oorzaken van hormonale disbalans, in plaats van alleen symptoombestrijding. Ondersteuning kan bestaan uit:

Voeding – fyto-oestrogeenarm, leverondersteunend, histaminebewust
Suppletie – volledig afgestemd op testuitslagen
Microbioomregulatie – op geleide van testuitslagen
Zenuwstelsel – stressregulatie, slaapoptimalisatie, nervus vagus
Epigenetische activatie – Nrf2, antioxidanten, ondersteuning van ontgiftingsroutes

Essentie in vijf zinnen

  1. Oestrogeendominantie is een hormonale disbalans die effect heeft op het hele systeem – van cyclus en stemming tot ontgiftingscapaciteit en stofwisseling.
  2. Ze ontstaat door een verstoorde omzetting, neutralisatie of uitscheiding van oestrogenen, vaak in verhouding tot een tekort aan progesteron.
  3. Genetische aanleg, nutriëntenstatus, microbioom en stress spelen een onderling versterkende rol.
  4. Functionele diagnostiek maakt onzichtbare patronen zichtbaar en biedt handvatten voor gerichte ondersteuning.
  5. DNA Care biedt een persoonlijk traject voor herstel van hormonale balans, op basis van uw unieke biochemie en levenscontext.

Herstel is meer dan hormonale regulatie

Herstel van hormonale balans is meer dan het reguleren van stoffen. Het is het herwinnen van ritme, innerlijk evenwicht en vertrouwen in het zelfherstellend vermogen van uw lichaam.

Bij DNA Care kijken we naar de diepere oorzaken van hormonale klachten, inclusief factoren die gewichtsverlies belemmeren, zoals oestrogeendominantie, stressgevoeligheid en verstoorde ontgiftingsprocessen.

🧬 Wilt u uw hormonale balans herstellen of ondersteuning bij gewichtsregulatie?

Neem gerust contact op voor een persoonlijk consult.



Bent u geïnteresseerd geraakt?

Neem dan gerust contact op voor meer informatie.

Maak een afspraak Stel een vraag Aanmelden als nieuwe cliënt