Wat deze waarde onthult over uw bloedsuikerregulatie, vetopslag en metabole gezondheid
U voelt zich vaak moe na het eten, houdt hardnekkig vet vast rond de buik of uw bloedwaarden lijken ‘normaal’ maar u voelt zich niet fit – vaak ligt het antwoord verscholen in een waarde die bijna niemand kent: de HOMA-IR. Deze waarde geeft een betrouwbaar beeld van uw insulinegevoeligheid en kan al in een vroeg stadium laten zien of uw lichaam richting insulineresistentie beweegt.
Traditioneel wordt bij screening op diabetes vooral gekeken naar nuchtere glucose of HbA1c. Maar deze waarden blijven vaak jarenlang ‘normaal’, terwijl op de achtergrond het insulinegehalte al sterk verhoogd kan zijn. Hierdoor mist men de kritieke fase waarin leefstijlinterventies nog omkeerbaar effect kunnen hebben.
De HOMA-IR test wordt daarom steeds vaker gebruikt door endocrinologen, MDL-artsen en andere medisch specialisten om metabole verstoringen vroegtijdig op te sporen. Binnen de preventieve en integratieve zorg – zoals bij DNA Care – is het een essentieel instrument om insulineresistentie zichtbaar te maken nog vóór er sprake is van afwijkende glucosewaarden of duidelijke symptomen.
💡 HOMA-IR detecteert insulineresistentie gemiddeld jaren eerder dan glucose of HbA1c.
HOMA-IR staat voor Homeostatic Model Assessment of Insulin Resistance en is een rekenmodel dat de gevoeligheid van uw lichaam voor insuline inschat. Het wordt berekend aan de hand van twee nuchtere bloedwaarden: glucose en insuline. Hoe hoger de HOMA-IR, hoe groter de kans op insulineresistentie – een metabole verstoring waarbij cellen onvoldoende reageren op insuline, met als gevolg dat bloedsuiker en insulineniveaus stijgen.
Hoewel insulineresistentie in eerste instantie vaak geen klachten geeft, vormt het een belangrijke risicofactor voor:
• Type 2 diabetes
• MAFLD (leververvetting)
• PCOS
• Hart- en vaatziekten
• Gewichtstoename rond de buik
• Ontstekingsprocessen en versnelde veroudering (inflammaging)
💡 Een verhoogde waarde is vaak de eerste objectieve marker van metabole ontregeling.
De formule luidt: HOMA-IR = (nuchtere insuline [μU/ml] × nuchtere glucose [mmol/l]) ÷ 22,5
Bij een HOMA-IR boven de 1,8–2,0 spreekt men van een verhoogd risico op insulineresistentie. In een optimale metabole toestand ligt deze waarde idealiter onder de 1,5, bij voorkeur rond de 1,0.
Laboratoriumreferentiewaarden zijn vaak breder en herkennen milde insulineresistentie niet altijd tijdig. Binnen Functional Medicine hanteren we daarom strengere interpretatiecriteria, afgestemd op preventie, context en persoonlijke risicoprofielen.
Let op: bij mensen met obesitas en uitgeputte β-cellen kan HOMA-IR kunstmatig laag lijken, terwijl de insulineproductie al faalt. Omgekeerd kan HOMA-IR bij slanke mensen (‘TOFI’: Thin Outside Fat Inside) al verhoogd zijn ondanks een normaal BMI. Dit vraagt om zorgvuldige interpretatie in samenhang met andere markers.
Insulineresistentie is zelden een op zichzelf staand probleem, maar het gevolg van een complex samenspel van genetische, epigenetische, hormonale en leefstijlfactoren. Factoren die de HOMA-IR negatief kunnen beïnvloeden zijn onder andere:
• Chronische stress en HPA-as-dysregulatie
• Genetische aanleg (bijv. varianten in IRS1, PPARG, FTO, MTNR1B)
• Laaggradige ontstekingen door darmbarrièredisfunctie, obesitas of infecties
• Mitochondriale disfunctie en verminderde vetverbranding
• Slaaptekort en verstoring van het biologische ritme
• Tekorten aan nutriënten zoals magnesium, zink, omega-3, chroom of (actieve) B-vitamines
• Voedingspatronen rijk aan snelle koolhydraten, suikers en transvetten
💡 Multifactorieel: genetische varianten, leefstijl en inflammatie beïnvloeden de waarde gelijktijdig.
Een verhoogde HOMA-IR kan ongemerkt bijdragen aan uiteenlopende klachten en subtiele verstoringen in uw metabolisme. Denk hierbij aan:
• Energieproblemen, ‘after lunch dips’, brain fog
• Leververvetting of afwijkende leverwaarden
• Moeite met afvallen of juist gewichtstoename rond de buik
• Onregelmatige menstruaties, acne of PCOS
• Slaapproblemen of nachtelijk zweten
• Stemmingswisselingen, prikkelbaarheid of angst
• Verhoogde triglyceriden, LDL-cholesterol of bloeddruk
De HOMA-IR-score is inmiddels een breed geaccepteerde en gevalideerde marker voor het vroegtijdig opsporen van insulineresistentie. Klinisch onderzoek laat zien dat HOMA-IR sterk correleert met de gouden standaard (de hyperinsulinemische euglycemische clamptechniek) en nauw samenhangt met aandoeningen zoals type 2 diabetes, MAFLD, PCOS en cardiovasculaire ziekten.
Wat deze waarde zo krachtig maakt, is dat zij vaak al verhoogd is lang voordat glucose of HbA1c afwijken. Juist in deze ‘stille fase’ biedt zij kansen voor preventie. Ook bij mensen met een normaal gewicht kan een verhoogde HOMA-IR wijzen op verborgen viscerale vetopslag, leververvetting en laaggradige ontsteking.
Hoewel laboratoria vaak een HOMA-IR tot 2,5 als ‘acceptabel’ beschouwen, wijzen preventie-experts op optimale waarden tussen 0,5 en 1,5 – afhankelijk van leeftijd, geslacht, BMI en genetisch profiel. Deze visie sluit aan bij de systemische en gepersonaliseerde aanpak van DNA Care.
💡 Sterke correlatie met de gouden standaard (euglycemische clamp) maakt HOMA-IR klinisch betrouwbaar.
Een 42-jarige vrouw met aanhoudende vermoeidheid na maaltijden, lichte gewichtstoename rond de buik en klachten passend bij nachtelijke hypoglycemieën bleek bij aanvullend onderzoek een nuchtere glucose van 5,9 mmol/l, een nuchtere insuline van 34 μU/ml en een HbA1c van 36 mmol/mol te hebben — alle waarden binnen de referentiewaarden. Haar HOMA-IR bedroeg echter 9,1: significant verhoogd en passend bij significante insulineresistentie.
Binnen het kader van Functional Medicine werd gestart met een volledig geïndividualiseerde begeleiding, inclusief epigenetische voedings- en leefstijlinterventies, afgestemd op haar biochemisch profiel en genetische predispositie. Na 10 maanden liet herhaald onderzoek een klinisch relevante daling van de HOMA-IR zien. Tijdens CGM-registratie werden geen episoden van nachtelijke hypoglycemie waargenomen en de slaapkwaliteit verbeterde, mede gerelateerd aan een stabielere nachtelijke glucoseregulatie. Door de herstelde metabole regulatie trad tevens een gewichtsverlies op van ongeveer 7 kilo, waarmee zij haar streefgewicht bereikte.
💡 Zelfs bij glucose- en HbA1c-waarden binnen de referentiewaarden kan de HOMA-IR-score een relevante metabole ontregeling aantonen.
Binnen DNA Care kijken we niet alleen naar de waarde, maar naar het geheel. We onderzoeken de onderliggende mechanismen achter uw verhoogde HOMA-IR en stellen een gepersonaliseerd Functional Medicine plan op. Dit kan onder andere bestaan uit:
• Gerichte voedingsstrategieën – zoals time-restricted eating, een lage glycemische belasting en een vezel- en polyfenolrijk voedingspatroon om postprandiale insulinepieken te beperken, de AMPK-route te stimuleren en de metabole flexibiliteit te verbeteren.
• Opbouw en behoud van spiermassa – via kracht- en bewegingstraining, ter verhoging van GLUT4-translocatie en directe verbetering van perifere insulinegevoeligheid.
• Herstel van slaapkwaliteit en stressregulatie – inclusief ondersteuning van de HPA-as om cortisolprofielen te normaliseren en de glucose-insuline-homeostase te stabiliseren.
• Optimalisatie van darmgezondheid en mucosabarrière – ter reductie van systemische inflammatie en metabole endotoxemie, factoren die de insulinegevoeligheid negatief beïnvloeden.
• Aanvulling van essentiële nutriënten en fytotherapeutica – gericht op geconstateerde deficiënties of genetische predisposities, op basis van laboratorium- en DNA-analyse.
Bij DNA Care bieden we bloedonderzoek aan naar onder andere glucose, insuline, HOMA-IR, hs-CRP, leptine, adiponectine, triglyceriden, HbA1c, homocysteïne en ApoB. Deze worden altijd geïnterpreteerd in samenhang met uw klachten, leefstijl, genetische aanleg en andere biomarkers. Zo ontstaat een betrouwbaar beeld van uw metabole gezondheid — en een plan op maat voor herstel.
U bent van harte welkom voor een eerste consult met uitgebreide anamnese.
Wetenschappelijke bronnen
• Matthews DR et al. Diabetologia. 1985;28(7):412–9.
• Wallace TM et al. Diabetes Care. 2004;27(6):1487–95.
• Gast KB et al. PLoS Med. 2012;9(3):e1001236.
• Katsuki A et al. Diabetes Care. 2001;24(2):362–5.
• Thomas EL et al. Obesity. 2012;20(1):76–87.
• Piché ME et al. Can J Cardiol. 2020;36(5):645–55.
• Reaven GM. Annu Rev Nutr. 2005;25:391–406.
Neem dan gerust contact op voor meer informatie.
Maak een afspraak Stel een vraag Aanmelden als nieuwe cliënt